- beweging
- {{beweging}}{{/term}}1 [algemeen]mouvement 〈m.〉2 [ontwikkeling] évolution 〈v.〉3 [drukte; beroering] agitation 〈v.〉♦voorbeelden:1 uit eigen beweging iets doen • faire qc. de son propre chef〈leger〉 terugtrekkende beweging • manoeuvre de replier is geen beweging in dit meubelstuk te krijgen • il n'y a pas moyen de déplacer ce meubleer is geen beweging in deze auto te krijgen • impossible de faire démarrer cette voiturebeweging nemen • prendre du mouvementzich in beweging zetten • se mettre en mouvement2 in beweging zijn • évoluerde gezondheidszorg is in beweging • le secteur de la santé est en pleine évolution3 een plein vol leven en beweging • une place vivante et animéede gemoederen in beweging weten te krijgen • éveiller les esprits¶ wat een saaie beweging! • ce que c'est rasoir!
Deens-Russisch woordenboek. 2015.